Gebruiken
De Onze Lieve Vrouwe Broederschap heeft in haar rijke verleden vele gebruiken en tradities gekend. Veel daarvan zijn in de loop van de eeuwen veranderd en aan de dan heersende tijdsopvattingen aangepast. Een aantal hebben in min of meer ongewijzigde vorm de tijden overleefd.
- Nieuwe deken
- Jubilea
- Begrafenissen
Nieuwe Deken
Elk jaar wordt er een nieuwe deken gekozen. Het ene jaar is het een 'burger' en het andere jaar een 'boer'. Tijdens de ledenvergadering in het najaar kunnen alle leden kandidaten noemen, waarop gestemd wordt. Het stemmen gebeurt schriftelijk. De stemmen worden geteld door de president en een bestuurslid, die ook de kandidaat-nieuwe deken gaan vragen. Het is natuurlijk een mooi spel om te proberen hen de naam van de nieuwe deken te ontfutselen, maar de uitslag blijft geheim.
Tijdens de Teerdag op de laatste dinsdag van oktober, wordt dan de nieuwe deken aan de leden gepresenteerd.
De nieuwe deken heeft twee 'ceremoniële' taken: In december leidt hij tijdens de lampionnenoptocht de ezel naar de Kerststal en draagt hij met Hemelvaart tijdens de Processiemis in Handel de Mariakaars naar het altaar. Verder trakteert hij in juni de leden op een eenvoudige koffietafel.
Jubilea
Leden van de Onze Lieve Vrouwe Broederschap dragen bij hun activiteiten een driedelig kostuum, grijze handschoenen en hoge hoed.
Ondanks het bescheiden karakter van de vereniging kent de Onze Lieve Vrouwe Broederschap onderstaande jubilea:
12 ½ jaar lidmaatschap
25 jaar lidmaatschap
40 jaar lidmaatschap
50 jaar lidmaatschap
60 jaar lidmaatschap
Het is een regel dat bij het 12½ jaar en 25 jaar lidmaatschap de jubilaris bij de Teerdag alle aanwezige leden trakteert.
Een traktatie wordt ook verwacht als een broeder voor de eerste keer opa wordt.
Alleen bij het 25-jarig jubileum wordt aan de jubilaris een zilveren onderscheidingsteken uitgereikt. Dit onderscheidingsteken mag enkel bij feestelijke gelegenheden worden gedragen. Bij het 40-, 50- en 60-jarig jubileum krijgen de leden een oorkonde.
Begrafenissen
Wanneer vroeger een lid van de Broederschap overleed, waren de leden verplicht aan de begrafenis deel te nemen. Ook begeleidden zij de baar van het overleden lid tot aan het graf.
Tegenwoordig wordt deze rol bij begrafenissen nog steeds vervuld voor de overleden leden wanneer dat door de familie op prijs wordt gesteld.
In de tijden dat er nog geen overlijdensverzekeringen waren, heeft de Broederschap deze rol ook vervuld voor niet-leden. Bijvoorbeeld wanneer de familie van de overledene de kosten voor een begrafenisondernemer niet kon dragen. Voor deze rol kregen de broeders meestal een ‘teergeld’. Van deze teergelden werd dan een Teeravond betaald. Deze waren op een gegeven moment zo regelmatig en goed bezocht dat de broeders hiermee de bijnaam de 'Smulbruurkes’ kregen.